Gisteren bekende de eerste Nederlandse politieke partij kleur inzake Syrië. Volgens de fractievoorzitter van GroenLinks, Bram van Ojik, is een militaire optie bittere noodzaak. Allemaal leuk en aardig, maar wat kan Nederland eigenlijk doen? Of, als we de situatie breder trekken: wat kan een eventuele coalitie daar eigenlijk doen?
Wat men ook moge vinden van de rode lijnen die door Obama zijn uitgezet, ze zijn nu eenmaal getrokken en daarmee onderdeel van een politieke realiteit. De Amerikanen zullen er naar moeten handelen, anders zal hun geloofwaardigheidsprobleem in de regio alleen maar erger worden. Dat kan het Westen zich niet veroorloven, omdat de ‘klassieke instituties’ zoals de VN, maar ook de NAVO internationaal toch al steeds minder serieus genomen lijken te worden. De VN-Veiligheidsraad werd al vaker door de Verenigde Staten gepasseerd en nu gaan ook in Europa stemmen op om militair in te grijpen in de Syrische burgeroorlog. Omdat de permanente leden China en Rusland dwarsliggen zal dat wederom buiten de Veiligheidsraad om moeten gebeuren. Voor Nederland – als directe steun door ons geleverd gaat worden – zal dat behoorlijk nieuw terrein zijn: de inval in Irak steunde Nederland immers alleen politiek, niet militair. Ons land is normaliter gewend om te wachten op groen licht van de VN. Zodra zij een fax naar de NAVO sturen dat die wat hen betreft ‘wat’ mag gaan doen, kunnen zij aan de slag. We zullen een mogelijke inmenging in de Syrische opstand hier bekijken volgens drie scenario’s: via de VN Veiligheidsraad, ingrijpen buiten de VN Veiligheidsraad om, of (en ons advies) de zaken wat pragmatischer bekijken.
Lees verder →